Valencia. 30-10-’24
Mijn hart lag in stukjes. Ik was in shock, voelde me machteloos en uit het veld geslagen. Want zoals het tot over je oren verliefd zijn op een plek gepaard gaat met een heleboel heel prettig bijkomstige gevoelens van thuis zijn en ergens behoren, zo hartverscheurend is het om te zien en voelen hoe diezelfde plek in shock en rouw is. Hoe tijd stil lijkt te staan, vlaggen half stok hangen, vrienden en duizenden anderen huizen en dierbaren kwijt zijn. Samen met de regio - en hier ongetwijfeld ver voorbij - heb ik in een staat van opperste alertheid, verdriet en ongeloof verkeert. Lamgeslagen, radeloos.
Op het moment van de storm - amper een maand nadat ik dolgelukkig neerstreek in mijn zo geliefde ciudad - sta ik met Villa Vagabond op een toevallig (?!) recent ontdekte plek in de haven, veilig en beschut. Weliswaar in een al geactiveerde opperste staat van alertheid dankzij de nodige weers,- en overheids-alerts op mijn telefoon. De verwoestende hoeveelheid neerslag viel echter zo lokaal dat ik er op dat moment niet veel van heb gemerkt, sterker nog, de stad is ongedeerd en nagenoeg brandschoon gebleven. Dat maakt het al met al een surrealistische gewaarwording; in het centrum zou je je volledig onbewust kunnen zijn van de ramp die zich een kleine vijf kilometer verderop afspeelt.
Terwijl ik me in de dagen er na voor mijn gevoel in een post-apocalyptische film bevind staat mijn telefoon roodgloeiend met berichtgeving vanuit verschillende media, beeldmateriaal in locale groepsapps en berichtjes uit alle windstreken (waarvoor heel veel dank 🤍). Het leven in de stad lijkt echter gewoon weer door te gaan, de zon schijnt door een waterig laagje, op de boulevard wordt tussen heuvels zand en afgewaaide delen van palmbomen en ander groen hardgelopen, in het park stappen toeristen van hun fiets om fotos te maken van Ciudad De Las Artes. En ik voel me alleen maar lamgeslagen, radeloos.
Tot ik met hoopvolle tranen mag aanschouwen hoe de Valenciaanse gemeenschap in actie komt en er een ongeëvenaarde en vooral hartverwarmende mate van solidariteit ontstaat. Hoe de collectieve shock zich omzet in saamhorigheid. Hoe de krachten worden gebundeld en er een enorme mensenmassa met emmers en bezems de stad uit en de getroffen gebieden in trekt. Ook ik trek kaplaarzen aan, speur lege schappen van supermarkten af op zoek naar trekkers, mondkapjes, kant-en-klaar-voedsel en drinkwater, en bied Villa Vagabond aan als mobiele opslag voor gedoneerde supplies. Samen met 130.000 anderen roep ik op 9 November boe naar het tijdens deze tragedie heel hard falen van de Spaanse overheid en de afwezigheid van de benodigde hulptroepen.
Met een groep vrienden, twee auto’s en zo veel mogelijk tools, eten en water als we kunnen tillen rijden we op zaterdag naar Aldaia, de buurt waar één van hen is opgegroeid. Lopend door de met bruine massa en helpende handen gevulde straten zijn we er allemaal stil van, aan de modderstrepen op buiten,- en binnen-muur is af te lezen hoe het water hier tot ooghoogte heeft gestaan, dezelfde hoogte die de straten nu vult met opgestapelde inboedel. Bankstellen, kinderwagens, matrassen, schoenen, speelgoed, koelkasten en kledingkasten, antieke meubels, nieuwe meubels, knuffels, een LP-verzamelingen, gebarsten spiegels, servies. Alles, maar dan ook alles bruin. We geven trekkers weg aan wie er een nodig heeft, een stel duwt een winkelwagentje met uit te delen voedsel en water door de blubber. Sommigen helpen in de straten, anderen gaan huizen of een school in.
In een van de woningen stroomt dankzij een hoge drukspuit de modder langs de muren naar beneden om via de voordeur de straat op te worden geveegd. Het huis is nagenoeg leeg; in de kaal-getrokken keuken hangt enkel nog een fotolijstje, in de slaapkamer slechts het hoofdeinde van het bedframe. Aan de deurpost hangt een witte jurk in een doorzichtige stomerij-hoes, tot navelhoogte bruin.
Gek genoeg heb ik hier flashbacks naar Fusion festival. Zoals ik daar mijn hoofd er maar niet omheen kreeg hoe ik slechts een postzegel van een enorme landkaart had ingekleurd, zo kan ik hier - liters bagger naar buiten begeleidend - maar niet beseffen in hoeveel huizen, hoeveel buurten het zo'n enorme ravage is. Een heel letterlijke puinhoop. Mijn werk is slecht één druppel van een kilometers grote modderpoel die moet worden opgeruimd.
Inmiddels is - naast een heel schril contrast met de brandschone stad - het hebben van modder aan je kleding, laarzen en/ of voertuig zogezegd een statement en in mijn ogen zelfs een statussymbool. Ik heb dan ook de sterke neiging een schouderklop of respect-betuigend knikje te geven aan elke strijder die zich met baggerkleding door de brandschone stad beweegt. En zo zie je (naast het uit boosheid en frustratie met modder begooid worden van president en koning) politiewagens en andere auto’s waar met vingers 'gracias' in de bagger-laag geschreven is. Handgeschreven bordjes op voordeuren en spandoeken aan gevels van gebouwen om de te hulp geschoten gemeenschap te bedanken.
Het zal voorlopig nog flink duren voor al het puin geruimd is, alle vermisten terug zijn gevonden en dakloos mens en dier een onderkomen heeft. Maar mijn huilende hart heeft hoop en is verwarmd. Ik maak een buiging voor de Valenciaanse gemeenschap en geef een aanmoedigend en hartverwarmend hard applaus.
🫶🫶🫶🫶
Helemaal precies goed beschreven. Ik zie je staan in verbijstering en als een Spaanse aan de slag om je medemens te helpen. Ik ben trots op je lieve Renée 🧡